Familie Munnicks van Cleeff -
De Grote en de Kleine Koppel en Maarschalkerweerd
Ambachtsheerlijkheid de Grote en de Kleine Koppel en Maarschalkerweerd
Bij het overlijden van dhr. Gerard Munnicks van Cleeff in 1860 is bekend bij het opmaken van zijn Memories van Successie dat hij diverse andere ambachtsheerlijkheden in bezit had te noemen: Ambachtsheerlijkheden van Portengen Ambachtsheerlijkheid Laag Nieuwkoop Ambachtsheerlijkheid Ruwiel Ambachtsheerlijkheid Gieltjesdorp Ambachtsheerlijkheid Vijfhoeven Ambachtsheerlijkheid Gerverscop Ambachtsheerlijheid Gerverscop Utenhamgerecht Ambachtsheerlijkheid Gerverscop en de Breudijk |
Op vrijdag 10 november van het jaar 1330 verkocht de Utrechtse bisschop Jan van Diest het goed Maarschalkerweerd aan het Domkapittel. De heerlijkheden de Grote en de Kleine Koppel waren tot 1675 van het Domkapittel, daarna gingen ze over naar particuliere eigenaars. In 1675 verkocht het kapittel de beide Koppels aan Samuel de Mares (-1691), heer van Maarsbergen. Hij zal opgevolgd zijn door zijn zoon Johan de Mares (1666-1718), want diens weduwe Elisabeth van Loon (1674-1752) verkocht de heerlijkheden in 1727 aan Jan Volkerts (-1761). |
In deze verkoop was ook Maarschalkerweerd begrepen. Hoe die heerlijkheid, die had behoord aan het kapittel van Oud-Munster, in de familie De Mares is gekomen, is niet bekend. Volkerts erfgenaam was zijn zuster Clara Margaretha, die de heerlijkheden in 1762 overdroeg op haar zoon Coenraad Christoffels (-1791). De eigendomsrechten van Maarschalkerweerd werden betwist door het kapittel van Oudmunster, maar die strijd werd door Christoffers gewonnen. Hij verkocht de heerlijkheden in 1789 aan Gerard Munnicks (-1804), die in 1804 werd opgevolgd door zijn schoonzoon Nicolaas Cornelis van Cleeff. |
Wist je dat: de naam Maarschalkerweerd komt van de Utrechtse Maarschalk (dienaar van de bisschop) Giselberto Marscalco die in het jaar 1155 zich noemde naar zijn functie en het gebied wat hij in bezit had 'Maarschalkerweerd'. De echte betekenis van de naam is 'Uiterwaarden aan de rivier de Kromme Rijn van de maarschalk'. De rivier die met een grote noord en daarna zuidwestelijke bocht om de uiterwaarden heen loopt. |
De namen van de Grote en de Kleine Koppel komen er van dat er vanaf de negende eeuw in dit gebied gezamenlijk ((ge)koppeld) geweid werd door horigen en onvrije boeren die hun vee hier lieten grazen. De ene Koppel is groot de ander is klein. |
Nicolaas Cornelis van Cleeff, mr. (1751-1818) Geboren en overleden te Utrecht. Eigenaar van de ambachtsheerlijkheid van 1805 tot 1818. Nicolaas erfde de heerlijkheden van zijn schoonvader Gerard Munnicks. Hetzelfde geldt voor de heerlijkheid Gerverscop en Breudijk. Gerard Munnicks van Cleeff, dr. (1796-1860). Geboren en overleden te Utrecht. Eigenaar van de heerlijkheden van 1829 tot 1860. |
Zoon Nicolaas Cornelis en Anthonia van de vorige, Erfde de Grote en de Kleine Koppel en Maarschalkerweerd, Gerverscop en Breudijk van zijn moeder. Bron: Peter de Jong, Schipluiden (ambachtsheerlijkheidsonderzoeker van de provincies Utrecht en Zuid-Holland). Dr. Gerard Munnicks van Cleeff (1796-1860) huwde op 3 mei 1827 te Amsterdam met Sara Jacoba Cornelia van der Meulen (1803-1856). |
Gerard noemde zich in zijn achternamen naar zijn moeder (Munnicks) en vader (Cleeff). Uit dit huwelijk van Gerard en Sara kwam twee dochters voort: |
Anthonia Elisabeth Munnicks van Cleeff, geboren op 29 januari 1829 te Utrecht (overleden 1857), huwde in 1855 met Carel Casimir Alexander, ridder van Rappard. Alida Johanna Sara Munnicks van Cleeff, geboren op 9 maart 1832 te Utrecht (overleden 1866), huwde in 1859 Carel Casimir Alexander van Rappard. |
Gerard Munniks van Cleeff was heer van de ambachtsheerlijkheden: Gerverscop en Breudijk (beide buurtschappen gelegen in de gemeente Woerden en Harmelen) en de Grote en de Kleine Koppel en Maarschalkerweerd (beide gelegen vanaf 1 januari 1818 tot 31 december 1857 in de gemeente Oud-Wulven. Maarschalkerweerd lag van 1 januari 1858 tot 31 december 1953 in de gemeente Houten. Waarna deze per 1 januari 1954 bij de gemeente Utrecht werd gevoegd. Na het overlijden van Gerard kwam een deel van het onroerend goed in Maarschalkerweerd toe aan zijn kleindochter Jkvr. Ewoudina Louisa Elisabeth van Rappard (1857-1915). Zij was de dochter Anthonia Elisabeth Munnicks van Cleeff en Carel Casimir Alexander ridder van Rappard (1824-1871) uit zijn eerste huwelijk. |
Jkvr. Ewoudina Louisa Elisabeth van Rappard huwde op 22 maart 1877 met Jhr. Cornelis Fredrik Alexander Röell. Uit dit huwelijk kwam een zoon en een dochter: In 1899 verliet Röell zijn echtgenote onverwacht om zich in Los Angels Californië (Verenigde Staten) te vestigen. |
Ewoudina liet haar huwelijk ontbinden voor de rechter te Arnhem op 12 december 1899. Ze werd bijgestaan door advocaat L.J. van Gelein Vitringa. |
Wist je dat de achternaam Rappard afkomstig is uit het Oudhoogduits en een afleiding is van de naam Ratbold die weer een variant is op Ratbald of Rappold. De betekenis van Rappard is rat = counselor (hulp) en und bald (spoedig) = vet Wat een verkorte Nederlandse betekenis maakt van Goed Advies. |
Na het overlijden kwamen de ambachtsheerlijkheden de Grote en de Kleine Koppel en Maarschalkerweerd toe aan zijn enige erfgename en schoonzoon Karel Casimir Alexander, ridder van Rappard (1824-1871). |
In de memories van successie is niet meer op te maken in 1860 waar de ambachtsheerlijkheden Gerverscop en Breudijk zijn gebleven en aan wie ze toebehoorde. Het is niet duidelijk of bij het opmaken van de memories van successie de ambachtsheerlijkheden zijn meegenomen naar zijn enigst zoon Alexander Carel Paul George ridder van Rappard (1862-1922) die Karel Casimir uit zijn tweede huwelijk had gekregen met Alida Johanna Sara Munnicks van Cleeff (1832-1859). |
De boedelscheiding van dhr. Gerard Munnicks van Cleeff na zijn overlijden op vrijdag 4 mei 1860. Ruim 9 maanden later ten overstaan van de Utrechtse notaris E.C. Balbian van Doorn op zaterdag 16 februari 1861. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, U333a027, 1860 nov.-1861 mrt., 16-02-1861, 3309. |
Uit dit huwelijk waren ook nog drie dochters voort gekomen. Karel Casimir huwde voor de derde keer in 1868 nadat zijn tweede echtgenote overleden was in 1859 met Henriqueta Manuela Sophia Josepha Engelke (1846-1923). Alexander Carel Paul George ridder van Rappard erfde in 1871 na het overlijden van zijn vader Karel Casimir onder andere Steenfabriek Ruimzicht Jutphaas. In de memories van successie die destijds opgemaakt werd zal ook zijn opgenomen dat Alexander de ambachtsheerlijkheden de Grote en de Kleine Koppel en Maarschalkerweerd zou hebben vererft. Dit moet door de stichting nog nader worden uitgezocht. Een mooi detail hierin is dat Alexander ruim 20 jaar voorzitter was tot aan zijn overlijden van diverse waterschappen in de omgeving van kasteel Heemstede. Zoals het waterschap Overeind, Hoograven, Laagraven met de Kleine Koppel en Westraven van 1893 tot 1922. Alexander werd geboren op 25 september 1862 te Utrecht en overleed op 14 januari 1922 te Utrecht. Hij werd 59 jaar oud. |
Alexander huwde op donderdag 21 juni 1888 in Houten met Anna Henriette Petronella Testas (1862-1954). Zij was de dochter van Louis Jan Anne Testas (1869-1922), Heer van Oud-Wulven en Waijen en Charlotte Jenny Jacqueline Constance Heldewier (1828-1905). |
Frans Alexander, ridder van Rappard is de vader van Karel Casimir Alexander, ridder van Rappard (1824-1871) en de opa van Alexander Karel Paul George, ridder van Rappard (1862-1922). Op 7 april 1922 ging Anna Henriette Petronella Testas-Van Rappard ten overstaan van de Houten notaris Immink over op het laten registreren van de inventaris van haar man Alexander. |
Een dag later op 8 april 1922 liet zij bij Immink een proces-verbaal om niet vast stellen van Alexander zijn onroerend goed ter waarde van f. 46.000,-. Vanaf 1910 tot aan het overlijden van Alexander tot 1922 verkocht hij divers vastgoed en onroerend goed in de omgeving van Jutphaas, Vreeswijk (Nieuwegein), Oud-Wulven en kasteel Heemstede. Hij stond bekend als een schuldenaar en moest elke keer een stukje van zijn vermogen verkopen om het ene gat met het andere te dichten. Wat ooit het trotse familie bezit was in meer dan 50 jaar. Wat van zijn vader Casimir en opa Munnicks van Cleeff was geweest. Werd in rap tempo verkocht. Diverse landerijen in Maarschalkerweerd (boerderij De Grote Kuil) en Bunnik (boerderij Mereveld) werden door Alexanders nichtje, Ewoudina van Rappard-Roëll aan de gemeente Utrecht verkocht op 11 oktober 1911. Enkele jaren tot aan haar overlijden had zij nog het huurrecht van de landerijen en boerderijen. Het fysieke eigendom was al van de gemeente Utrecht. Een van haar bezitting was boerderij De Groote Kuil in Maarschalkerweerd, gelegen aan het Jaagpad langs de Kromme-Rijn en boerderij Mereveld aan de Mereveldseweg 2 te Bunnik en Vechten. Een ander bezit van Jkvr. Ewoudina van Rappard was boerderij Maarschalkerweerd die ze in 1904 liet bouwen ten westen van het landgoed Nieuw-Amelisweerd. Meer over deze boerderij is te lezen op de familiepagina Bosch van Drakestein - Boerderijen |
Alexander.C.P.G. ridder van Rappard (1862-1922) in ca.1890-1900 (link) en zijn echtgenote met oudste dochter (rechts) Anna Henriette Petronella Testas (1862-1954) en Charlotte Louise van Rappard (1890-1983). |
Karel Casimir, ridder van Rappard had de ambachtsheerlijkheid de Grote en de Kleine Koppel en Maarschalkerweerd tot aan zijn overlijden in 1871 in eigendom. |
Op vrijdag 1 mei 1874 verkochten de erfgename van familie Munnicks van Cleeff de ambachtsheerlijkheid aan Jhr. Paul Titus Marie Joseph Bosch van Drakestein (Heeckeren tak). De erfgenamen uit de akte en voogden van de kinderen van Rappard waren een ondergetekende waarvan de naam moeilijk te lezen was, L. Seveliergen en A.W. van der Poel. Zie voor het vervolg de pagina Bosch van Drakestein - Boerderijen. Alexander Carel Paul George Ridder van Rappard (Utrecht 1862-1922) was eigenaar van steenfabriek Ruimzicht te Jutphaas en lid van de gemeenteraad van Jutphaas. |
* |
Graf is aangekocht dhr. Dr. Gerard Munnicks van Cleeff (1797-1860) en zusters. Van oorsprong grafkelder Rotonde van Zocher rij 1 graf nr. 40 Kisten zijn later overgebracht naar vak 6 nr. 111 |
Naam | Bijgezet | Geboren | Overleden | Leeftijd | |
1. | Jan Willem van Cleeff | Wo. 14-09-1836 | 1750 | Za. 10-09-1836 te Utrecht | 86 jaar |
2. | Cornelis Meinhard van Cleeff | Do. 28-04-1842 | 1761 | Za. 23-04-1842 te Utrecht | 81 jaar |
3. | Clasina Anthonia van Cleeff | Di. 14-05-1844 | 1794 | Vr. 10-05-1844 te Utrecht | 50 jaar |
4. | Anthonia Elisabeth Munnicks van Cleeff, gehuwd met Carel Casimir Alexander van Rappard | Ma. 16-03-1857 | 1829 | Do. 12-03-1857 te Utrecht | 28 jaar |
5. | Gerard Munnicks van Cleeff | Di. 08-05-1860 | 1797 | Vr. 04-05-1860 | 62 jaar |
6. | Doodgeboren kind van Carel Casimir Alexander van Rappard en Alida Johanna Sara Munnicks van Cleeff | Vr. 14-09-1860 | 1860 | ..-09-1860 te ... | 0 jaar |
7. | Sara Jacoba Cornelia van der Meulen, wed. Gerard Munnicks van Cleeff | Vr. 03-11-1865 | 1803 | ..-10-1865 te .. | 62 jaar |
8. | Alida Johanna Sara Munnicks van Cleeff, gehuwd met Carel Casimir Alexander van Rappard | Wo. 24-10-1866 | 1832 | Za. 20-10-1866 te Utrecht | 34 jaar |
9. | Frans Alexander van Rappard | Za. 23-02-1867 | 1794 | Di. 19-02-1867 | 73 jaar |
Bron: Het Utrechts Archief, 1376, 88, 18/224 |
Disclaimer: in de loop van de tijd werden graven geruimd doordat familielijnen uitsterven. Rechthebbende op een graf niet meer te vinden zijn. Of omdat de grafrechten zijn verlopen. Bij het overschrijven van een grafregister afkomstig van Het Utrechts Archief uit archieftoegang: 1376. Zijn begraven of bijgezette familieleden in een graf uit zo'n register vermeld. In kolom 'Aanmerking' wordt vermeld wat er met een stoffelijk overschot gebeurt is in de loop van de tijd. In diverse registers heeft de stichting geprobeerd de kolom 'aanmerkingen' over te nemen. In deze kolom staat vermeld of een stoffelijk overschot geruimd is. In verband met de gemoeide tijd is er meestal niet gekozen om 'aanmerkingen' over te nemen. Wat dus niet wil zeggen dat een persoon er nog wel of niet in een graf aanwezig kan zijn. Bedenk dus dat als u opzoek bent naar een persoon. Die vermeld staat in de tabel. Dat hij of zij geruimd kan zijn ofwel er nog zou kunnen liggen of zijn bijgezet. De stichting is niet aansprakelijk voor eventuele nadelige gevolgen voervloeiend uit een overschreven register. Als u verdere informatie wil. Bekijk de registers op de studiezaal van Het Utrechts Archief aan de Alexander Numankade 199-201 te Utrecht in toegang: 1376, of zoek voor de vier begraafplaatsen van de gemeente Utrecht naar een persoon via: Grafzoeken.nl of neem contact op met de gemeente Utrecht. Registers zijn niet op de website van het Het Utrecht Archief in te zien vanwege de AVG en/of eventuele rechthebbende op een graf die nog zouden kunnen leven en in de registers vermeld zouden kunnen zijn. De stichting heeft bij het overschrijven rekening gehouden met het eventueel nog in leven zijn van rechthebbende op een graf. |
Graf aankocht door Carel Casimir Alexander van Rappard op 7 mei 1867. |
Naam | Bijgezet | Geboren | Overleden | Leeftijd | Aanmerking | |
1. | Anthonia Elisabeth Munnicks van Cleeff, gehuwd met Carel Casimir Alexander van Rappard | Za. 23-11-1867 | 1829 | Do. 12-03-1857 te Utrecht | 28 jaar | Overgebracht uit kelder O-40 |
2. | Doodgeboren kind van Carel Casimir Alexander van Rappard en Alida Johanna Sara Munnicks van Cleeff | Za. 23-11-1867 | 1860 | ..-09-1860 te ... | 0 jaar | Overgebracht uit kelder O-40 |
3. | Alida Johanna Sara Munnicks van Cleeff, gehuwd met Carel Casimir Alexander van Rappard | Za. 23-11-1867 | 1832 | Za. 20-10-1866 te Utrecht | 34 jaar | Overgebracht uit kelder O-40 |
4. | Frans Alexander van Rappard | Za. 23-11-1867 | 1794 | Di. 19-02-1867 | 73 jaar | Overgebracht uit kelder O-40 |
5. | Anthony Gerhard Alexander ridder van Rappard | Di. 06-04-1869 | 1799 | Do. 01-04-1869 | 69 jaar | Gele kisten zeer slecht |
6. | A.J. Kuhne wed. C.A. Engelke | Za. 11-12-1869 | - | - | - | - |
7. | Carel Casimir Alexander van Rappard | Wo. 31-05-1871 | 1824 | Zo. 21-05-1871 te Hannover, Nedersaksen | 46 jaar | - |
8. | Doodgeboren kind van Alexander Karel Paul George van Rappard en echtgenote Anna Henriëtte Petronella Testas | Wo. 27-03-1889 | 1889 | ..-03-1889 | 0 jaar | - |
9. | Alexander Karel Paul George van Rappard | Wo. 18-01-1922 | 1862 | Za. 14-01-1922 | 59 jaar | - |
Disclaimer: in de loop van de tijd werden graven geruimd doordat familielijnen uitsterven. Rechthebbende op een graf niet meer te vinden zijn. Of omdat de grafrechten zijn verlopen. In diverse registers heeft de stichting geprobeerd de kolom 'aanmerkingen' over te nemen. In deze kolom staat vermeld of een stoffelijk overschot geruimd is. In verband met de gemoeide tijd is er meestal niet gekozen om 'aanmerkingen' over te nemen. Wat dus niet wil zeggen dat een persoon er nog wel of niet in een graf aanwezig kan zijn. Bedenk dus dat als u opzoek bent naar een persoon. Die vermeld staat in de tabel. Dat hij of zij geruimd kan zijn ofwel er nog zou kunnen liggen of zijn bijgezet. De stichting is niet aansprakelijk voor eventuele nadelige gevolgen voervloeiend uit een overschreven register. Als u verdere informatie wil. Bekijk de registers op de studiezaal van Het Utrechts Archief aan de Alexander Numankade 199-201 te Utrecht in toegang: 1376, of zoek voor de vier begraafplaatsen van de gemeente Utrecht naar een persoon via: Grafzoeken.nl of neem contact op met de gemeente Utrecht. Registers zijn niet op de website van het Het Utrecht Archief in te zien vanwege de AVG en/of eventuele rechthebbende op een graf die nog zouden kunnen leven en in de registers vermeld zouden kunnen zijn. De stichting heeft bij het overschrijven rekening gehouden met het eventueel nog in leven zijn van rechthebbende op een graf. |
In het jaar 1705 huwt Jan Hendricksen van den Bergh met Johanna van Slagmaat in het gerecht Oud-Wulven. In het jaar 1717 huurt Jan Hendricksen 24 morgen land op Mereveld te Bunnik en Vechten Jan woont in hofstede 't Hemeltje aan de Waijensedijk in Oud-Wulven Johanna woont daar nog in 1750 daar tijdens het opmaken van de huwelijks voorwaarden van haar zoon Paulus van den Bergh. In de jaren 1764 en 1768 verkopen de negen kinderen van het echtpaar Van den Bergh - Van Slagmaat het onroerend goed dat zij na het overlijden van hun ouders hebben geërfd: Hendrik van den Bergh te Bunnik, Jan van den Bergh, rademaker te Houten, Dirck van den Bergh, wonende te Waijen, Gijsbert van den Bergh, wonende te Utrecht, Paulus van den Bergh, wonende te Blokland, Cornelis van den Bergh, wonende te Montfoort, Gerrighje van de Bergh, wonende bij de Rode Brug (Lauwerecht-Zuilen), gehuwd met Jacobus Emmeklaar, Gijsberta van den Bergh, gehuwd met Arnoldus Ruijs en Cornelia van den Bergh, wonende te Maarssen, gehuwd met Cornelis van der mande. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, U118a004, d.d. 01-09-1717, inv.nr. U196a015, d.d. 01-02-1764, inv.nr. U236a004, 3 akten, d.d. 09-07-1768, Namen in Woerden. |
Op woensdag 1 februari 1764 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris G.J. van Spall de boedelscheiding plaats van het onroerend goed van het overleden echtpaar Hendrick van den Bergh en Johanna van Slagmaat uit Bunnik. Hierbij waren de negen kinderen met partners vertegenwoordigd. Dochter Gijsberta van den Bergh, gehuwd met Cornelis van der Mande, erfde de 'afgebrande hofstede met c.a., 21 morgen boomgaard, bouw- en weylanden, gelegen aan de Waijensedijk'. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, U196a015, 01-02-1764, aktenummer: 63. Op de plek van de 'afgebrande hofstede' zou later het huis Ruimzicht gebouwd gaan worden rond 1784. Op donderdag 13 december 1764 werd ten overstaan van de Utrechtse notaris G.J. van Spall een huurovereenkomst gesloten tussen Cornelis van der Mande (verhuurder en Jan van Doorn (huurder) van 'een zekere huysinge c.a. 1 1/2 morgen boomgaard en 2 morgen weyland. Gelegen in het gerecht van Oud-Wulven en Wayen, naby 't Hemeltje'. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, U196a015, 13-12-1764, aktenummer: 106. Op donderdag 4 juni 1767 werd ten overstaan van de Utrechtse notaris G.J. van Spall een huurovereenkomst aangegaan tussen Cornelis van der Mande (verhuurder) en Jan van Doorn (huurder) 'van huysinge c.a. 1 1/2 morgen boomgaard en 2 morgen weyland, in Waijen nabij 't Hemeltje. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, U196a017, 04-06-1767, aktenummer: 31. |
Op woensdag 18 januari 1769 werd ten overstaan van de Utrechtse notaris G.J. van Spall een huurovereenkomst aangegaan tussen Cornelis van der Mande en Jan van Doorn 'hofstede bestaande in een huyzinge c.a. met 24 morgen boomgaardt, bouw en wylanden, gelegen in de gerechten van Oud-Wulven en Bunnik. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, U196a019, 18-01-1769, aktenummer: 4. Op zaterdag 2 februari 1771 werd ten overstaan van de Utrechtse notaris G.J. van Spall een huurovereenkomst aangegaan tussen Cornelis van der Mande (verhuurder) en Anthony Buys (huurder). Een 'zekere hofstede, bestaande in huyzinge c.a. met 20 morgen en 300 roeden soo boomgaard, bouw- als wylanden'. Met daarbij behorend 3 1/2 morgen bouwland. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, U196a019, 02-02-1771, aktenummer: 4. Op vrijdag 6 januari 1775 werd ten overstaan van de Utrechtse notaris G.J. van Spall een huurovereenkomst aangegaan tussen Cornelis van der Mande (verhuurder) en Anthony Buys (huurder), partner van Grietje van Royen. Van 'een zekere hofstede, bestaande in huyzinge c.a. met 20 morgen en 300 roeden soo boomgaard, bouw- als wylanden, gelegen in het gerecht van Oud-Wulven en Wayen.' Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, U196a020, 06-01-1775, aktenummer: 61. |
Op zaterdag 24 juli 1784 werd ten overstaan van de Utrechtse notaris C. van Hees een verkoop overeenkomst gesloten. Tussen Joseph van der Mande, partner Merrigje Degenkamp (verkoper en zoon van Cornelis van der Mande). Koper was Jacobus de Visser Jansz., wonende te Utrecht, partner van Anna Sigal. Verkoop bestond uit een 'hofstede, bestaande in nieuwe gebouwde huyzinge c.a. met 18 morgen boomgaard, bouw- en weylanden; zuidzijde Wayensedyk en by 't Hemeltje'. Hierbij ook nog 3 morgen weylanden aan het Houtense Zandpad en de Wayensedijk gelegen. Dit nieuwe huis, gebouwd in opdracht van Joseph van der Mande. Zou later genaamd Huize Ruimzicht heette die tussen 1851 en 1911 in het bezit zou zijn van dhr. Gerard Munnicks van Cleeff, Casimir van Rappard en Alexander van Rappard. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, U264b005, 24-07-1784, aktenummer: 22. Op woensdag 17 februari 1802 werd een huurovereenkomst gesloten ten overstaan van de Utrechtse notaris A. van Toll. Verhuurder Jacobus de Visser Jansz. en huurder Jan van Leeuwen huurt een 'hofstede bestaande in huys, bakhuys c.a. en 21 morgen zoo boomgaard bouw- als weyland; by 't Hemeltje.' Hierbij behorend ook 5 morgen bouw- en weyland; 4 morgen weyland; en 8 morgen lands'. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, U261a004 17-02-1802, aktenummer: 44. Op maandag 15 juni 1807 werd ten overstaan van de Utrechtse notaris J.C. de Graaf een verhuurovereenkomst aangegaan tussen Jacobus de Visser Jansz. (verhuurder) en Lambartus de Wit (huurder), wonende te Jutphaas, gehuwd met Jannigje van Rossum Een 'Hofsteede, bestaand een huis, bakhuis, berg en schuur, en 21 morgen soo boomgaard, bouw- en weijland; gelegen in Oud-Wulven en Wayen bij 't Hemeltje, hierbij behorend 5 morgen bouw- en weijland, 4 resp. 8 morgen weijland.' Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, U286a014, 15-06-1807, aktenummer: 110. |
Na de veiling van huize Ruimzicht die werd aangekocht door landbouwer Theodorus Hermanus Jeuken uit Achttienhoven. Hij liet het huis Ruimzicht afbreken en er de hedendaagse boerderij ervoor in de plaats bouwen. In 1918 wordt de boerderij verkocht aan de Firma ,, De gebroeders Van Hoeken'' uit Jutphaas (Nieuwegein), van beroep Steenfabrikant. In het jaar 1924 verkochten de gebroeders Van Hoek de boerderij aan Gijsbertus Janszoon Vernooy uit Houten. De boerderij staat dan geadresseerd aan de Waijensedijk wijk O (Oud-Wulven) huisnr. 36. In 1940 worden de percelen verenigd door dhr. Vernooy en gevoegd bij de kadastrale legger van de gemeente Houten. In 1955 verkoopt dhr. Vernooy de boerderij de boerderij aan Engbertus Hermanus Maria Jongerius, geboren 7 juni 1919. Gehuwd met Gerarda Josephina Stephania de Groot. Anno 2022 is de boerderij nog in bezit van familie Jongerius. |
Prenten- en muntenverzameling: Atlas Munnicks van Cleeff
Dr. G. Munnicks van Cleeff volgens het 'Biografisch woordenboek der Nederlanden. Deel 12. Tweede Druk (1869) - A.J. van der Aa'. |
MUNNICKS VAN CLEEFF (Dr. G.), vroeger practiserend geneesheer te Utrecht, later lid der Provinciale Staten en van den Raad der stad Utrecht, was een groot voorstander der nationale nijverheid, waartoe zijn aanzienlijk vermogen veel heeft bijgedragen. Hij huwde P.J.C. van der Meulen, en overleed den 4 Mei 1860 te Utrecht. Hij was lid van het Prov. Utr. en het Hist. Gen. Hij was ook zeer bekend door het groote muntkabinet dat hij bezat, zeker een van de voornaamste particuliere muntverzamelingen uit ons land, en dat na zijn dood is verkocht geworden. Hij bezat o.a. de gouden penning door Willem V na den slag bij Doggersbank aan Zoutman vereerd, afgebeeld inle Francq van Berkhey Zeetriumph, welk stuk 1204 wigtjes aan goud woog, en naar wij meenen, door het koninklijk kabinet is aangekocht geworden. Zie de hoogst belangrijke catalogus van zijne verzameling, door Bom te Amsterdam verkocht. |
Dokter Gerard Munnicks van Cleeff (1797-1860) was munten- en prentenverzamelaar. Hij bezat daardoor een ruime verzameling munten en penningen en ruim 1200 prenten en tekeningen en schetsen van de stad Utrecht en omgeving uit de achttiende- en negentiende eeuw. De zogeheten 'Atlas van Munnicks van Cleeff'. Na zijn overlijden kwam de verzameling met historische prenten en tekeningen in het bezit van het Koninklijk Huis der Nederlanden. Die deze ruim ander halve eeuw in bezit heeft gehad. |
In 2012 werd de zeldzame verzameling prenten (atlas van Munnicks van Cleeff, geheten), 'stilletjes' verkocht door het Koninklijk Huis aan een particuliere verzamelaar van de 'Fentener van Vlissingen Foundation' te Zeist. Het woord stilletjes tussen haakjes beschrijft hoe de Nederlandse media zoals kranten en tv stations in 2016 hier lucht van kregen. Hierin voelde de Nederlandse Musea zich gepasseerd. Door het niet in de openbaring brengen van de eventuele verkoop van de verzameling en de misschien andere gegadigde museums die hier interesse in gehad zouden hebben. |
Selectie van de prenten en tekeningen uit de atlas van Munnicks van Cleeff
Steenbakkerij Ruimzicht te Jutphaas
De steenbakkerij Ruimzicht werd voor het eerst vermeld in 1743 maar was dan al vermoedelijk al zo'n vijftien jaar in gebruik. Het was op dat moment in eigendom van Coenraad van Beuningen. Na zijn dood in 1745 kwam de steenbakkerij in bezit van zijn zwager Willem van Cleeff, raad bij het Hof van Utrecht. In 1802 was het in eigendom van Nicolaas Cornelis van Cleef, het dreigde toen met een aantal landerijen te worden geveild. |
Daarbij werd het goed omschreven als 'eene buitenplaats en welbeklante steenbakkerij, genaamd 'Ruijmzicht'. De veiling ging uiteindelijk niet door. Na verkoop van 'een grote partij broeibakken met glaasen en papieren raamen, druiventrekkasten, loden beelden en verdere tuincieraden, mitsgaders allerhande meubelen en huiscieraad' op Ruimzicht,kwamen voldoende middelen vrij om nieuwe investeringen in het bedrijf te doen. In 1806 - 1807 werd patent verkregen voor steenbakkerij met twee steenovens. |
Het bedrijf opereerde sinds 1823 onder de naam Munnicks Van Cleeff. Na het overlijden van Gerard Munnicks Van Cleeff kwamen het buitenhuis en de steenbakkerij aan zijn kleinzoon Carel Casimir Alexander van Rappard. |
Op woensdag 9 september 1846 legde zijn echtgenote Alida Johanna Sara van Munnick van Cleeff de eerste steen voor een rijtje arbeiderswoningen; deze steen met inscriptie A.J.S.M.C. 1846 bevindt zich nog in het arbeidershuis Salamanderpad 100 (voor 1989 Oude Kerkweg 15). Later werden er veertien woningen bijgebouwd op hetzelfde terrein. Deze werden bij de aanleg van de brede 't Goylaan in 1964 gesloopt. Na het overlijden van C.C.A. van Rappard kwam Ruimzicht in het bezit van zijn zoon en erfgenaam Alexander van Rappard. Alexander verkocht in 1923 de steenbakkerij in een openbare veiling aan Van Arkel & Co. Sinds 1920 waren de steenovens van Munnicks van Cleeff niet meer actief . Van Arkel kocht later ook de naastgelegen steenbakkerij Rijnoven aan. |
Als sinds 1866 was Van Arkel eigenaar van steenbakkerij Rijn- en Veldzicht. |
De buitenplaats werd in 1925 gesloopt. |
In 1971 werd de verwaarloosde koepel ontdekt door de heer Frans H. Landzaat. In 1981 werd de werkgroep theekoepel Oud-Vaartserijngebied opgericht onder leiding van A.M. de Reuver, die ging streven naar restauratie en herplaatsing van de koepel langs de Vaartsche Rijn. |
Op 12 oktober 1985 werd de koepel gesloopt en in onderdelen naar de sociale werkplaats gebracht voor restauratie. De koepel kwam nu iets ten zuiden van haar vroegere plaats te staan, namelijk bij de woning Oude Kerkweg 12 (nu Salamanderpad). |
1745 - Coenraad van Beuningen |
Overgenomen van: Buiten Plaatsen in Nederland.nl, Albert Speelman. |
Geboorteakte New York lag
jarenlang op de zolder van Kasteel Heemstede
In het jaar 1925 kwam het boek ‘De stichting van New York’ uit. Dit boek is geschreven door Frederik Casparus Wieder, die in 1910 documenten ontdekte over het ontstaan van deze stad. Deze documenten gaven nieuwe inzichten over de oprichting van New York en staan bekend onder de Van Rapparddocumenten. |