Familie Van der Plaat van Honswijk
Familie Van der Plaat
Van der Plaat is een geslacht waarvan leden sinds 1843 tot de Nederlandse adel behoren en dat vermoedelijk in 1903 uitstierf. |
Geschiedenis
De stamreeks begint met Arent of Arnold van der Plaats wiens zoon Wichardus in 1637 te Deventer werd gedoopt. Bij koninklijk besluit werd nazaat Johan Pieter van der Plaat (1789-1847) verheven in de Nederlandse adel; met een dochter van hem stierf het geslacht in 1903 uit. Bron: Wikipedia Van der Plaat |
Heerlijkheid en buurtschap Honswijk
Honswijk was een buurtschap en heerlijkheid aan de Lek ten zuiden van Schalkwijk. In 1840 besloeg ze 486 ha en had 220 inwoners, nu wonen er aanzienlijk minder. Het was voorheen een dorp, maar in 1750 raakte de kerk in onbruik. Honswijk behoorde tot en met 1961 tot de gemeente Tull en ’t Waal, die toen opging in Houten. Hendrik Balthasar van Wevelinckhoven (1665-1714) kocht Honswijk vlak voor zijn dood in 1715 van de Staten van Utrecht. Hij werd opgevolgd door zijn weduwe Maria Ignatia Santvoort, die via haar tweede huwelijk ook nog vrouwe van Wychen is geweest. |
Zij verkocht Honswijk in 1724 aan Reinier Uylenburg die in 1745 werd opgevolgd door zijn weduwe Johanna Bakker. Haar opvolger was Jacobus van Baaren (-1799), die omstreeks 1758 heer werd. Hij overleed in huize Wintervliet in Tull en ’t Waal en werd opgevolgd door zijn zoon Johannes Jacobus. |
Johannes Jacobus van Baaren (1770/71-1813). Ambachtsheer van Honswijk van 1799 tot 1813. |
Geboren Honswijk en overleden te Tull en ’t Waal. Hij was ongehuwd. Volgde zijn gelijknamige vader op beide waren landbouwer. Wonend op huize Wintervliet in Tull en ’t Waal. |
Johannes Jacobus van Baren kocht in 1811 het Oudslijker veerhuis aan de Lekdijk. |
Bij de verkoop van de ambachtsheerlijkheid op zaterdag 28 mei 1814 werd op de heerlijkheid Honswijk ingezet door Jacobus van Dorsten. Maar door een te lage bieding werd de verkoop van de ambachtsheerlijkheid opgehouden. Jacobus was apotheker in Utrecht in de omgeving van de Voorstraat te Utrecht. Hij kocht voor f. 6.000-, gulden wel hofstede Wintervliet aan in Honswijk. Eerder was de hofstede ook van familie Van Baaren geweest. |
Enkele jaren later kwam de heerlijkheid in het bezit van familie Peelen. Jan Peelen werd geboren in 1768 en overleed in 1830. |
Twee jaar voor zijn sterven in 1828 droeg Jan (aannemend) de titel van de heerlijkheid over aan zijn zoon Barend Peelen die op dat moment burgemeester van de gemeente Weesp was. Jan had de titel in die tijd niet achter zijn achternaam gebruikt. Maar had wel de heerlijkheid in bezit. Barend Peelen van Honswijk geboren in 1763 en overleden 1832 allebei te Weesp. Ambachtsheer van Honswijk van 1828 tot 1832 was ongehuwd en noemde zich Peelen van Honswijk. Hij was Lid Municipale Raad, president Provisioneel Bestuur Weesp, lid van de Vergadering van Notabelen in 1814, burgemeester van Weesp (1816-1832) en lid Provinciale Staten van Holland (1814-1832). |
In Weespercarspel lag de buitenplaats Honswijck. In de Honswijcker Polder van de vroegere gemeente Weespercarspel. Die op zijn beurt in 1846 opging in de gemeente Weesp. De boerderij van dezelfde naam ligt er nog aan de Lange Muiderweg 30 te Weesp langs de rivier de Vecht. Barend had geen onroerend goed in Honswijk (Houten). Hij Legateerde ƒ 400 aan het Fonds ter instandhouding van den hervormden Openbaaren Godsdienst te Weesp, ƒ 1.000 aan de hervormde Gemeente te Weesp en ƒ 500 aan de diaconie van de kerk van Tull en ’t Waal. Hij zal de naam van vader Jan hebben gekregen of gekocht om zijn aanzien als burgemeester in Weesp te versterken. Zeker met de naast gelegen gemeente Weespercarspel en de daarin gelegen polder Honswijk. Hij noemde zich dan wel Peelen van Honswijk. Maar dat had dus niks te maken de buitenplaats en polder Honswijk in Weespercarspel. Maar wel met de ambachtsheerlijkheid Honswijk, gelegen in de gemeente Tull en 't Waal. |
Boerderij Honswijck aan de Lange Muiderweg 30 te Weesp
Na het overlijden van Barend van Peelen in 1832 is de heerlijkheid verkocht of overgegaan naar familie Van der Plaat. Jhr. Johan Pieter van de Plaat was ambachtsheer van Honswijk van 1832 tot 1847. |
Johan Pieter van der Plaat werd in 1842 verheven in de Nederlandse Adel en was lid van de Ridderschap van Utrecht. Hij had geen onroerend goed in Honswijk. Huwde voor de eerste keer te Amsterdam in met 1813 Maria Vincentia Decker (1792-1843). Uit huwelijk kwamen twee dochters en een zoon voort. |
Huwde voor de tweede keer te Wiesbaden in 1845 met Jkvr. Dorothea Johanna Barchman Wuytiers (1797-1864). |
Zij huwde voor de eerste keer te Amersfoort in 1820 met Willem Antonie Hendrik baron van Heeckeren van Brandsenburg (1779-1828). Uit dat huwelijk kwamen twee zonen en drie dochters voort. Bron: Peter de Jong, Schipluiden, ambachtsheerlijkheidsonderzoeker van de provincies Utrecht en Zuid-Holland. |
Van Jhr. Johan Pieter van der Plaat (1789-1847) en zijn zoon (gelijk genaamd) geboren te Amsterdam 20 januari 1818 en overleden te Baarn (Utrecht) op 3 december 1832 zijn geen portretten van bekend. Zijn zoon volgende hem op als ambachtsheer. Jhr. Engelbert George Vincent Maximiliaan van der Plaat (Geboren te Amsterdam op 22 oktober 1814 en overleden in 1876 te Parijs). Hij was ongehuwd. Heer van de ambachtsheerlijkheid Honswijk van 1847 tot 1876. |
Enkele telgen van het geslacht Van der Plaat
Engelbert George van der Plaat (1756-1831), generaal-majoor Bron: Wikipedia Van der Plaat. Vanaf het jaar 1844 zou het dorp Honswijk voorgoed verdwijnen door de bouw van het Nieuwe Hollandse Waterlinie fort Willem II aan de Lekdijk. Wat later is veranderd in de volksmond naar de naam Fort Honswijk. |
Fotogalerij dorp en fort Honswijk
Fort Honswijk werd vanaf 1844 gebouwd op de plek van het vroegere dorp Honswijk. Het fort maakte deel uit van de in de negentiende- eeuw aangelegde Nieuwe Hollandse Waterlinie die liep van Muiden in het noorden tot de Biesbosch in het zuiden van Nederland. |
Boerderij Wintervliet aan de Lekdijk nr. 70 *