Straatnamen Houten Zuidoost
(wijzigingen voorbehouden er kunnen geen rechten aan deze lijst ontleend worden)
Gebruik Ctrl + F voor het zoeken naar je straatnaam.
Buurt De Sporen
De Sporen geportretteerd op maandag 24 juli 2006, door Sander van Scherpenzeel. |
1. Het Spoor - Een spoorweg, spoorbaan of spoorlijn is een weg, bestaande uit een of meer sporen. Een spoor bestaat uit twee evenwijdige stalen staven, spoorstaaf of rail geheten. Deze zijn vastgezet op dwarsliggers, ook bielzen genoemd, die meestal van hout of beton zijn gemaakt. |
Ook metalen dwarsliggers komen wel voor. De afstand tussen de beide binnenzijden van de koppen van de spoorstaven wordt spoorwijdte genoemd. Deze bedraagt doorgaans 1435 mm (normaalspoor), maar ook andere spoorwijdten worden gebruikt. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 17 februari 1998 en 21 september 1998. |
2. Buurtspoor - Het Buurtstation in Utrecht werd geopend op 1 mei 1904 door de Nederlandsche Centraal-Spoorweg-Maatschappij vanwege ruimtegebrek op het bestaande NRS-station (het latere Centraal Station). Het station dankte zijn naam aan het feit dat het het beginpunt was van de buurtspoorwegen die bij Bilthoven en Den Dolder van de Centraalspoorweg aftakten naar respectievelijk Zeist en Baarn. Het was een kopstation dat van het NRS-station werd gescheiden door de Leidse Rijn, en was vanaf het stationsplein bereikbaar over een loopbrug. Na de verbouwing van het NRS-station in 1936 had dat meer capaciteit, hiermee werd het Buurtstation overbodig, en het werd in 1937 gesloten. |
Met de bouw van de Leidseveertunnel, die werd voltooid in 1940, konden de buurtsporen worden doorgetrokken naar het Centraal Station en werden daar vier kopsporen aangelegd direct naast het stationsgebouw. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 23 maart 1999. |
3. Centraalspoor - De Nederlandsche Centraal-Spoorweg-Maatschappij (NCS) werd opgericht op 20 februari 1860 in Amsterdam, was vanaf 1876 gevestigd te Utrecht en werd op 23 mei 1934 ontbonden. Door de NCS werd de Centraalspoorweg Utrecht – Amersfoort – Zwolle – Kampen aangelegd. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 23 maart 1999. |
4. Grensspoor - Spoorweg langs een grens. In dit geval van de buurt De Sporen aan de Staatslijn H van Utrecht naar 's-Hertogenbosch. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 3 |
5. Hofspoor - Hof in vroegste zin een omheinde plek, later uitgegroeid tot een veel breder begrip. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 22 |
6. Hollandsspoor - Station Den Haag HS (Station Hollands Spoor) is het oudste station van Den Haag. Het werd geopend in 1843 toen de Oude Lijn (de oudste spoorlijn van Nederland) vanuit Amsterdam van Leiden naar Den Haag werd doorgetrokken. |
In 1847 werd de lijn verlengd naar Rotterdam. De naam van het station is ontleend aan de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 23 maart 1999. |
7. Koningsspoor - Willem Frederik Prins van Oranje-Nassau (Den Haag, 24 augustus 1772 - Berlijn, 12 december 1843), was de eerste Koning der Nederlanden uit het huis Oranje-Nassau. In Nederland reed op 20 september 1839 de eerste trein tussen Amsterdam en Haarlem. Het was een initiatief van de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij (HIJSM). De locomotief De Arend vertrok die dag om precies 13:30 uur vanuit station d'Eenhonderd Roe aan de rand van Amsterdam met een sleep van negen rijtuigen. |
Ook stoomlocomotief De Snelheid reed mee voor het geval dat een van de twee locomotieven uit zou vallen. Na een klein half uur arriveerde de colonne onder muzikale Het afgelegde traject bedroeg 16 kilometer. De rit was zeer succesvol en de machinisten, stokers en conducteurs werden beloond met een bonus ter hoogte van een half weekloon. Vier dagen later werd de lijn voor het Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 1 |
|
8. Lokaalspoor - Een Lokaalspoorweg, volgens de wet in de verouderde spelling locaalspoorweg, is een Nederlandse spoorweg waaraan minder hoge technische eisen worden gesteld. |
In 1878 werd het dankzij de Wet omtrent regeling van de dienst op Locaalspoorwegen mogelijk om ook spoorwegen te kunnen aanleggen waaraan minder hoge eisen worden gesteld op het gebied van beveiliging (spoorwegovergangen hoefden niet bemand te zijn) en maximale aslast. |
De maximumsnelheid op een locaalspoorweg is wel lager, maximaal 30 km per uur. Door de lagere eisen was de aanleg goedkoper, zodat de locaalspoorweg een nieuwe spoorcategorie werd tussen de bestaande categorieën hoofdspoorweg en tramweg in. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 23 maart 1999. |
9. Mijnspoor - Een Mijn is de plaats waar ertsen of andere delfstoffen in vaste vorm als steenkool, diamant en bruinkool worden opgegraven om daarna verder verwerkt te worden. |
Meestal is een mijn volledig ondergronds (schachtbouw): hier verbinden verticale schachten die de liften bevatten de horizontale gangenstelsels. Meestal worden alleen de lagen weggegraven die de delfstof bevatten. Als de delfstof vlak aan de oppervlakte zit wordt deze in open mijnen (dagbouw) afgegraven. |
Dit is gebruikelijk bij bruinkool of sommige diamantmijnen in Afrika. Hier wordt eerst de toplaag weggegraven totdat de lagen met de delfstof blootliggen. Vervolgens wordt deze met enorme baggermachines of ander graafmaterieel afgegraven en afgevoerd. |
|
Dagbouwmijnen kunnen zo groot zijn dat er hele dorpen in passen. Dikwijls moeten die zelfs wijken voor de voortschrijdende dagbouw in bruinkoolmijnen. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 23 maart 1999. |
10. Modelspoor - Een modeltrein is een schaalmodel van een trein en de bouw ervan is derhalve een vorm van modelbouw. Het bouwen van modellen van spoormaterieel en spoorwegen is in de loop van de negentiende eeuw ontstaan en werd in de decennia na de Tweede Wereldoorlog een populaire hobby onder mannen en kinderen, die meestal binnenshuis plaatsvond. |
Het bouwen van treinmodellen en spoorbanen werd steeds geavanceerder en omvattender, resulterend in complete nagebootste modellandschappen en modelsteden, die computermatig bestuurd kunnen worden. Er zijn verschillende schalen, typen en merken ontwikkeld. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 3 |
11. Rijnspoor - De Rhijnspoorweg is de eerste spoorlijn die is aangelegd door de Nederlandsche Rhijnspoorweg-Maatschappij. De lijn is met enige wijzigingen nog steeds in gebruik; het traject Amsterdam – Utrecht – Arnhem is een belangrijke schakel in het Nederlandse intercitynet. |
De spoorlijn liep van het Amsterdamse Weesperpoortstation via Utrecht naar Arnhem. Het gedeelte tussen Amsterdam en Utrecht is geopend in december 1843. In juni 1844 werd de lijn verlengd tot Driebergen, in maart 1845 tot Veenendaal en in mei 1845 werd de rest van de lijn naar Arnhem in gebruik genomen. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 23 maart 1999. |
12. Smalspoor - Smalspoor is een spoorweg met een spoorwijdte die kleiner is dan 1435 mm (normaalspoor). Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 24 augustus 1999. |
13. Staatsspoor - De Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen (MESS of MtEvSS), kortweg Staatsspoorwegen (SS) was een particulier bedrijf dat op 26 september 1863 in Den Haag werd opgericht om de spoorlijnen te exploiteren die door de Staat der Nederlanden (SN) werden aangelegd. SS was vanaf 1868 gevestigd te Utrecht in het gebouw dat nu bekend is als HGB I van NS. De Staat begon namelijk spoorwegen aan te leggen, omdat de ontwikkeling van het spoorwegnet in Nederland achterliep op de rest van Europa, zie Staatsaanleg van spoorwegen in Nederland. Aanleg door de Staat betekende echter niet exploitatie door de Staat, en hiervoor werd deze maatschappij opgericht. SS had niet altijd het monopolie op de staatsspoorwegen. De overheid besliste per lijn welke maatschappij concessie kreeg voor de exploitatie. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 23 maart 1999. |
14. Zuiderspoor - Het Zuiderspoor, in de volksmond ook Schaddenspoor, is de Nederlandse benaming voor de grensoverschrijdende spoorlijn tussen Enschede en Ahaus. |
De kolen werd voor een vaste prijs tot aan de Duitse grens geleverd. Voor het transport vanaf Gronau moest voor het Nederlandse deel van het traject worden bijbetaald. Met een eigen spoorlijn vanuit Duitsland had men de transportkosten in eigen hand. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 1 |
In 1996 werden voor het zuidoostelijke kwadrant van Houten diverse wijknamen vastgesteld. Voor bouwprojecten in de buurt De Sporen, De Landen en De Tuinen werd voor de wijknaam Loerik gekozen. Deze naam werd al in de achtste en negende eeuw gebruikt voor het land en buurtschap, ooit gelegen in de binnenbocht van de Binnentuin (Binnenweg). De naam Loerik betekend 'Land toebehorend aan persoon Lorius'. Deze persoon Lorius zal vermoedelijk de meijer of drost van het buurtschap uit de achtste- en negende eeuw zijn geweest. Bij herziening van de wijkindelingen en buurten in 2011 in opdracht van het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft de gemeente Houten de wijknamen die eerder waren vastgesteld bij collegebesluit van burgemeester en wethouders op dinsdag 13 maart 2012 ingetrokken. Na deze dag werd de wijknaam Loerik niet meer gebruikt in de administratie. Na dit besluit werd De Sporen een buurt van de wijk Houten Zuidoost. |
Buurt De Landen
De Landen geportretteerd op donderdag 27 juli 2006, door Sander van Scherpenzeel. |
1. Het Land - Een land is een geografische regio. Een land kan zowel het grondgebied van een soevereine staat, als van een niet-soevereine regio, of natie met een eigen cultuur en tradities zijn. |
Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 17 maart 2020 |
2. Geuzenland - De geuzen waren aanvankelijk Nederlandse edelen, tegenstanders van de Spaanse koning Filips II. Later verwees de term specifiek naar de strijders die te land (bosgeuzen, soms ook wilde geuzen) of te water (watergeuzen) de Spanjaarden bevochten. |
Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 21 |
3. Gewestenland - Een regio of landstreek. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 21 september 1998. |
4. Hagepreekland - Een hagenpreek is een predicatie in het open veld in de eerste tijd van de Reformatie. Het woord werd voor het eerst gebruikt in 1619. Vilvoorde als Brussel. De Lutheranen hielden in de 16de eeuw onder andere op het Kiel bij Antwerpen hagenpreken. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 21 september 1998. |
5. Horigenland - Horigheid beschrijft een maatschappelijke toestand. In de middeleeuwen, en ook daarvoor en daarna, waren horigen boeren of 'cijnsboeren' die aan hun land verbonden waren, zonder dit te bezitten, en met bepaalde verplichtingen aan de landbezitter. |
Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 21 |
6. Kruisvaardersland - De bekendste kruistochten of kruisvaarten zijn de religieus geïnspireerde militaire ondernemingen die westerse christenen tussen 1096 en 1271 ondernamen voor verovering en behoud van christelijke heilige plaatsen in Palestina. |
Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 21 |
7. Molenland - Een molen is een werktuig met uiteenlopende functies. Hij kan Voor het jaar 1997 heten het Molenland vele eeuwen het Molendijkje, Dwarsweg of Vliersteeg een naam die in de 19 eeuw opduikt. Vanaf 4 oktober 1962 werd de naam Molendijk. Per 15 april 1997 was het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Houten van plan op de Molendijk de naam Schuilkerkland te geven. Maar hier kwam binnen de bevolking en raadsoppositie veel weerstand tegen. Per 12 augustus 1997 werd daarom de naam binnen het Houtense straatnaamgedachten goed gewijzigd in Molenland. De weg maakte vanaf die tijd onderdeel uit van de buurt De Landen. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 21 |
8. Patriottenland - Patriotten waren burgers in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden die aan het einde van de 18e eeuw democratisering wilden stimuleren en aan het absolutisme van een falende stadhouder Willem V, prins van Oranje-Nassau, een halt wilden toeroepen. Zij eisten hervormingen in het bestuur, begonnen zich te wapenen en drongen in de loop der jaren in steeds meer steden onder meer aan tot een democratische verkiezing van de vroedschap, het stadsbestuur. In 1786 en 1787 escaleerde het conflict tussen de patriotten en prinsgezinden of Orangisten (aanhangers van de stadhouder-prins van Oranje) zodanig dat er gevechten uitbraken en er een korte burgeroorlog woedde. Een Pruisische inval in september - oktober 1787 bewerkstelligde vervolgens de Oranjerestauratie, waarna het stadhouderlijk stelsel nog zeven jaar kon worden voortgezet. |
Duizenden patriotten vluchtten naar Frankrijk en kwamen pas terug na de succesvolle revolutionaire Franse veldtocht in de Nederlanden (1792–1795), waar sommigen aan deelnamen in het Bataafs Legioen. De jaren 1780–1787 waarin de patriotten de Nederlandse politiek domineerden wordt wel de Patriottentijd genoemd. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 21 september 1998. |
9. Regentenland - Regenten waren de bestuurders van de Nederlandse steden in de 17e eeuw en de 18e eeuw. De macht was daar in handen van regentenfamilies, die vaak elkaar de bal toespeelden. De burgemeesters van Amsterdam bijvoorbeeld, die elkaar benoemden, maar ook de staten en Gedeputeerde Staten van de provincies, die eveneens in handen waren van een klein aantal families. |
De Nederlandse steden werden reeds sinds de late middeleeuwen bestuurd door de rijkere koopmansfamilies, die langzamerhand een gesloten klasse gingen vormen. Aanvankelijk kon de in schutterijen verenigde lagere burgerstand hier nog een zeker tegenwicht tegen bieden, maar in de loop van de 17e eeuw kreeg het stadsbestuur een steeds meer oligarchisch karakter. Bij besluit van college van Burgemeester en Wethouders vastgesteld op 13 |
10. Stadhoudersland - Stadhouder was de titel van een van de belangrijkste functionarissen in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. De titel werd door de hertog van Bourgondië ingevoerd in de Bourgondische Nederlanden. |
Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 21 |
11. Standenland - Stand is een betrekkelijk gesloten sociale groepering met bepaalde sociale status en bijbehorende voorrechten en plichten. Hoewel hier aanvankelijk geen sprake van was, werd deze status gedurende de Middeleeuwen in toenemende mate formeel-juridisch bevestigd. |
Aan de voorrechten kwam in een groot deel van Europa een einde met de Franse Revolutie. Binnen een stand kon sprake zijn van verschillende sociale klassen. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 21 |
12. Stedenland - Een stad is, in tegenstelling tot een dorp, een grotere plaats waar mensen wonen, gelegen aan grotere verkeerswegen en met een eigen bestuurs- en verzorgingsstructuur. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 21 |
In 1996 werden voor het zuidoostelijke kwadrant van Houten diverse wijknamen vastgesteld. Voor bouwprojecten in de buurt De Landen, De Tuinen en De Sporen werd voor de wijknaam Loerik gekozen. Deze naam werd al in de achtste en negende eeuw gebruikt voor het land en buurtschap, ooit gelegen in de binnenbocht van de Binnentuin (Binnenweg). De naam Loerik betekend 'Land toebehorend aan persoon Lorius'. Deze persoon Lorius zal vermoedelijk de meijer of drost van het buurtschap uit de achtste- en negende eeuw zijn geweest. Bij herziening van de wijkindelingen en buurten in 2011 in opdracht van het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft de gemeente Houten de wijknamen die eerder waren vastgesteld bij collegebesluit van burgemeester en wethouders op dinsdag 13 maart 2012 ingetrokken. Na deze dag werd de wijknaam Loerik niet meer gebruikt in de administratie. Na dit besluit werd De Landen een buurt van de wijk Houten Zuidoost. |
Het huis van Gerlach Marinus Baron van Boetzelaer (*14-05-1927 - +27-01-2017 - 89 jaar oud) toenmalig gelegen aan de Beusichemseweg wat eerder de Molendijk was en aangelegd was door de Staatsspoorwegen in 1865. Gerlach kwam er in 1982 wonen vanuit De Bilt samen met zijn echtgenote mevr. Gerda Petersen. Hij was in de jaren tachtig adjunct-directeur van de rijksscholengemeenschap. In 1997 verkocht hij het huis aan de gemeente Houten voor de ontwikkeling van de buurt De Sporen. Precies op dit stuk van de grond werd de lange buurtweg inprikker Het Spoor aangelegd. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 286, 3687. |
Buurt De Tuinen
De Tuinen geportretteerd op vrijdag 28 juli 2006, door Sander van Scherpenzeel. |
1. De Tuin - Een tuin is een begrensd stuk grond waarop gewassen worden geplant of verbouwd. Een tuin kan utilitair van aard zijn, een groentetuin, wetenschappelijk, een botanische tuin of een decoratieve siertuin. |
Iemand die beroepshalve een tuin aanlegt en onderhoudt heet een hovenier of tuinman. Een tuin- en landschapsarchitect kan de tuin in een bepaalde stijl ontwerpen, zoals een Engelse of een Franse tuin. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 22 |
2. Anemonentuin - Anemonen (Anemone) zijn overblijvende kruiden uit de ranonkelfamilie (Ranunculaceae). Ze komen voornamelijk voor in noordelijke gematigde gebieden. Ze hebben gelobde bladeren en grote bloemen met duidelijke bloemdekbladeren. Er worden ongeveer 120 soorten in dit geslacht geplaatst. |
De wetenschappelijk geslachtsnaam Anemone gaat terug op de antieke oudheid. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 9 november 2004. |
3. Beeldentuin - Beeldhouwkunst is een van de beeldende kunsten. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 22 |
4. Beusichemsetuin - De Beusichemsetuin maakte tot circa het jaar 2001 onderdeel uit van de verbindingsweg Houten - Beusichem. Voor het jaar 2005 was de naam Beusichemseweg. Tussen 1999 en 2006 is rondom de Beusichemsetuin de wijk De Tuinen gebouwd. Eerder waren de deelplan wijkbouw namen van de wijk De Tuinen: Loerik I, Loerik II en Loerik III. Tesamen met de buurten De Sporen en De Landen. Na de afschaffing van de eerdere deelplan wijkbouw namen in 2012 spreekt men van buurten binnen elk van de 4 kwadranten van de Rondweg van de gemeente Houten. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 25 januari 2005. |
5. Binnentuin - Voor het jaar 1997 maakte de Binnentuin onderdeel uit van de verbindingsweg Loerik, Rijsbrug in Houten en de Achterdijk in Bunnik met de naam Binnenweg. De kans is groot dat de Binnenweg tesamen met de Beusichemseweg al in de Romeinse Tijd een interlokale verbindsweg weg was van Utrecht via Vechten in Bunnik en via Houten naar Beusichem zo verder naar Tiel. Van de Achterdijk in Bunnik is al door archeologisch onderzoek vastgesteld dat deze weg onderdeel heeft uitgemaakt van de vroegere Romeinse Heerweg of Heerbaan. De vroegere Romeinse Limesweg gelegen aan de noordkant van het Romeinse Rijk die liep van Katwijk in het westen van ons land. Via de Leidse Rijn, Oude Rijn en Kromme Rijn en Nijmgen verder het zuidoosten van Duitsland in richting Italië. |
Per 15 april 1997 was het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Houten van plan de Binnenweg de naam Groentetuin te geven. Maar hier kwam binnen de bevolking en raadsopositie veel weerstand tegen. Per 12 augustus 1997 werd daarom de naam binnen het Houtense straatnaamgedachten goed gewijzigd in Binnentuin. De weg maakte vanaf die tijd onderdeel uit van de buurt De Tuinen. |
6. Bloementuin - Een bloem is het deel van een plant waarin de organen voor geslachtelijke voortplanting bij elkaar staan. Bloemen zijn kenmerkend voor planten die tot de bedektzadigen (Angiospermae, Magnoliophyta en Anthophyta of bloemplanten) behoren. Bloemen zijn alleenstaand, of staan min of meer gegroepeerd in kenmerkende bloeiwijzen. |
Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 22 september 1998 en bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 31 mei 2005. |
7. Bloesemtuin - Met bloesem worden alle bloemen van een boom aangeduid. De term wordt vooral gebruikt voor bloeiende fruitbomen. |
Dit zijn tochten die de deelnemers lopend, per fiets, auto of ander vervoermiddel afleggen langs de bloeiende en geurende bomen. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 24 mei 2005. |
8. Dahliatuin - Dahlia is een plantengeslacht uit de composietenfamilie (Asteraceae). Het geslacht omvat een tiental soorten, die wild voorkomen in Mexico. De oorspronkelijke dahlia's zijn kale, opgaande, overblijvende kruiden met langwerpige, knolachtige wortels. De bladeren zijn zeer verschillend van soort tot soort. Oorspronkelijk kweekte men de knollen om deze te eten, tot men naliet de knollen te rooien en deze begonnen te bloeien. De eetbare knollen werden zo sierplanten. |
De gekweekte dahlia's zoals wij die kennen zijn vrijwel zonder uitzondering hybriden. De dahlia's werden in 1872 in Nederland geïntroduceerd. Er bestaan wel 20.000 variëteiten. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 9 november 2004. |
9. Fresiatuin - Freesia is een geslacht uit de lissenfamilie. Het is vernoemd naar de botanicus Friedrich Freese (1794-1878). In niet-specialistische Nederlandstalige teksten wordt doorgaans de vorm fresia gebruikt om de bloem aan te duiden. |
'Kaaps lelietje der dalen' werd ook wel als naam voor de Freesia gebruikt. Deze naam is echter niet in zwang geraakt, maar geeft wel aan waar de oorspronkelijke soorten zijn gevonden. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 9 november 2004. |
10. Heidetuin - Een tuin met een beplanting van voornamelijk heide. |
Het is een typische vegetatie die zich thuis voelt in streken waar een zeeklimaat heerst, met een hoge luchtvochtigheid en niet al te warme zomers en geen strenge winters. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 22 |
11. Hyacintentuin - De hyacint (Hyacinthus orientalis) is een bolgewas uit de aspergefamilie (Asparagaceae). De plant is afkomstig uit het oostelijke Middellandse Zeegebied (Midden-Turkije tot Libanon). De soort bloeit in Nederland buiten van maart tot mei. Een enkel bloempje wordt een nagel genoemd. |
De bol heeft een doorsnede van 3–7 cm. De langwerpige bladeren zijn 15–35 cm lang en 1–3 cm breed. Ze groeien vanuit een bladrozet aan de voet van de plant. De centrale stengel draagt twee tot vijftig geurende bloemen en wordt 20–45 cm hoog. De bloeiperiode valt vroeg in het voorjaar. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 9 november 2004. |
12. Kasteeltuin - Een kasteeltuin is een tuin, behorend bij een kasteel. De tuin ligt vanzelfsprekend in de directe omgeving van het kasteel. De kasteeltuin moet duidelijk onderscheiden worden van een kasteelpark. |
Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 22 |
|
13. Kloostertuin - Kloostertuinen, ook kruistuinen of viridaria genaamd, zijn tuinen om of in het klooster. In de middeleeuwen waren ze meestal centraal gelegen met rondom de kloostergebouwen. De tuinen hebben historisch gezien verschillende bestaansredenen. |
Planten met een geneeskrachtige werking werden in de kruidentuinen van de kloosters gekweekt. De medicijnen uit deze planten waren voor de lokale bevolking belangrijk. Deze tuinen hadden vooral een nuttigheidsfunctie en behoefden niet veel versiering. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 22 |
14. Krokussentuin - Krokus (Crocus) is een geslacht uit de lissenfamilie (Iridaceae), dat 90 soorten omvat. Hiervan is circa een derde deel herfstbloeier. |
De krokussen zijn vooral afkomstig uit de bergen rond de Middellandse Zee. Het grootste aantal soorten zijn afkomstig uit de Balkan en Klein-Azië, met uitzondering van Crocus vernus (L.) Hill, die men tot Centraal-Europa aantreft (Alpen en Karpaten), en een paar soorten zoals Crocus alatavicus Semenova & Reg. en Crocus korolkowii Regel ex Maw, die afkomstig zijn uit de bergen van Centraal-Azië. |
Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 9 november 2004. |
15. Kruidentuin - Een kruidentuin is een tuin waarin tuinkruiden en kruiden met medicinale werking worden gekweekt. Het kan een gedeelte van een grotere tuin of hortus botanicus vormen, maar vaker gaat het om een tuin die enkel dergelijke kruiden bevat. |
Overigens geeft deze beroemde tekening waarschijnlijk meer een ideaalbeeld van een klooster weer dan de werkelijkheid. Veel kloostertuinen bevatten dan ook een kruidentuin. De bekendheid met deze tekening leidde ertoe dat bij vele kerken en kathedralen in de 20e eeuw kruidentuinen naar dit model zijn aangelegd, bijvoorbeeld bij de Dom van Utrecht. |
16. Lelietuin - Lelie (Lilium) is een geslacht van kruidachtige planten, behorend tot de leliefamilie. Het geslacht telt meer dan honderd soorten, waarvan de meeste voorkomen op het Noordelijk Halfrond. De planten uit het geslacht zijn vooral bekend als tuinplanten. Sommige soorten hebben eetbare bollen, die bijvoorbeeld in China traditioneel als voedsel worden gekweekt. Voor sommige huisdieren, speciaal voor katten, kunnen zelfs kleine hoeveelheden plantenmateriaal dodelijk zijn. |
De soorten uit het geslacht Lilium staan bekend als de ware lelies. Ze dienen onder andere als voedsel voor de larven van motten en vlinders uit de orde Lepidoptera. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 9 november 2004. |
17. Narcissentuin - Narcis (Narcissus) is een geslacht van bolgewassen uit de narcisfamilie (Amaryllidaceae). De naam is afkomstig uit de Griekse mythologie (zie Narcissus (mythologie)). Narcissen zijn voorjaarsbollen en hebben een koude rustperiode nodig. Je vindt narcissen in vele soorten en kleuren: roze, oranje, rode, witte of gevlekte, dubbelbloemige bloemen, met grote gele trompetten of met trosjes van gele of witte bloemetjes. In tegenstelling tot bij de leliefamilie komt bij deze familie een onderstandig vruchtbeginsel voor. |
Je kunt narcissen rustig laten verwilderen; ze vermeerderen zich vanzelf en elk jaar zullen er meer bloemetjes komen. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 9 november 2004. |
18. Rotstuin - Een rotstuin is een deel van een tuin of park dat door het gebruik van stenen en rotsplanten het aanzien van een miniatuur gebergte heeft. De planten in een rotstuin moeten klein zijn, zodat ze niet de rotsen bedekken. Ze mogen in 'drinkbakken' geplant worden, of gewoon in de grond. Gewoonlijk zijn het plantjes die in waterdoorlatende teelaarde het beste groeien, en dus minder water nodig hebben. |
Een opmerkelijke vorm van een rotstuin, is de Japanse rotstuin. Kenmerkend voor de Japanse rotstuin, ook wel Zen Garden genoemd, is dat er bijna geen planten in groeien. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 21 september 1998. |
|
19. Rozentuin - Rozen (geslacht Rosa) zijn bloemplanten die tot de rozenfamilie (Rosaceae) behoren. Het geslacht telt in het wild ongeveer 300 soorten. Daarnaast zijn er vele veredelde vormen (cultivars). De botanisch geziene schijnvrucht van de roos heet rozenbottel. |
Rozen worden al sinds duizenden jaren geteeld om hun schoonheid en geur, en in de oudheid gebeurde dat in China en Afrika, door de Grieken, Romeinen en Egyptenaren. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 21 september 1998. |
20. Siertuin - Een siertuin is een tuin waar (sier)planten groeien. Het doel van het aanplanten en verzorgen van sierplanten is de esthetische waarde van de tuin te verhogen en de bezoekers ervan te laten genieten. |
Bijna ieder benedenhuis heeft wel zo'n tuintje, soms niet groter dan enkele vierkante meters. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 22 september 1998. |
21. Tulpentuin - Tulp (Tulipa) is een geslacht van eenzaadlobbige planten uit de Leliefamilie (Liliaceae). |
Tulpen werden in de westelijke wereld geïntroduceerd door de Weense ambassadeur voor Turkije, Ogier Gisleen van Busbeke, die over de bloemen schreef die hij in 1551 in het Turkse Edirne had gezien. Later zond hij enkele zaden ervan naar Oostenrijk. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 9 november 2004. |
22. Vlondertuin - Een vonder (ook: vondel of vlonder) is een smalle brug, vaak niet meer dan een of twee planken breed of een balk. |
Dat vonders weleens vervangen worden door grotere bruggen - als bijvoorbeeld het pad aan belang wint - bewijst de plaatsnaam Balkbrug. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 9 november 2004. |
In 1996 werden voor het zuidoostelijke kwadrant van Houten diverse wijknamen vastgesteld. Voor bouwprojecten in de buurt De Tuinen, De Sporen en De Landen werd voor de wijknaam Loerik gekozen. Deze naam werd al in de achtste en negende eeuw gebruikt voor het land en buurtschap, ooit gelegen in de binnenbocht van de Binnentuin (Binnenweg). De naam Loerik betekend 'Land toebehorend aan persoon Lorius'. Deze persoon Lorius zal vermoedelijk de meijer of drost van het buurtschap uit de achtste- en negende eeuw zijn geweest. Bij herziening van de wijkindelingen en buurten in 2011 in opdracht van het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft de gemeente Houten de wijknamen die eerder waren vastgesteld bij collegebesluit van burgemeester en wethouders op dinsdag 13 maart 2012 ingetrokken. Na deze dag werd de wijknaam Loerik niet meer gebruikt in de administratie. Na dit besluit werd De Tuinen een buurt van de wijk Houten Zuidoost. |
Buurt De Meren
De Tuinen geportretteerd op vrijdag 28 juli 2006, door Sander van Scherpenzeel. |
1. Het Meer - Een meer is een door land omringde watervlakte. |